Projecten
Op dit moment houd ik mij met een vijftal projecten bezig, die ik hier ook onder uw aandacht wil brengen.
Het eerste is deze website. Ik kon daarmee in de zomer van 2008 beginnen. Deze site zal in de toekomst hopelijk nog verder worden uitgebreid met boeken, artikelen en verwijzingen naar andere webpagina’s die op liturgie en kerkmuziek betrekking hebben.
Het tweede project is het Getijdenboek, waarover u meer kunt lezen op de bladzijden met informatie over dit gebedenboek in wording, dat gebaseerd is op het Oud-Katholiek Kerkboek.
Dan is er een bezigheid die ik lange tijd heb onderbroken. Het is het werk aan de Souterliedekens. Dit zijn bewerkingen uit de zestiende eeuw van de componist Jacques Clément, beter bekend geworden als Jacobus Clemens. Om hem te onderscheiden van Clemens VII, die paus was van 1523 tot 1534, noemde men hem vaak Clemens-niet-de-paus, Clemens non Papa.
Zijn Souterliedekens zijn berijmingen van de Psalmen. Een Nederlandse jonkheer, Willem van Zuylen van Nijevelt, zou de teksten hebben geschreven, uiteraard in het Nederlands van de zestiende eeuw. Een literair kunstwerk is zijn berijming bepaald niet geworden, maar de zettingen van Clemens non Papa zijn alleszins de moeite waard.
Het eigenaardige ervan is dat het eigenlijk destijds populaire liederen zijn met soms teksten die nauwelijks door de beugel kunnen. Enkele liederen zijn keurig, er zijn zelfs kerkliederen bij, maar bij sommige ervan fronst men toch wel even de wenkbrauwen. Psalm 150 op de melodie van ‘De bruid en wou niet te bedde’ was ook voor de zestiende eeuw, waarin men zeker niet preuts was, te gortig. We moeten nog altijd raden naar wat er in de Slachtstraat gebeurde, waaraan Psalm 125 zijn melodie ontleend heeft, maar veel fraais zal het niet zijn geweest. De Souterliedekens werden dan ook verdrongen door de Geneefse melodieën met de berijming van Petrus Dathenus, die wel beter was dan die van Van Zuylen van Nijevelt, als die werkelijk de maker was, maar niet véél beter. Bij de doopsgezinden zijn ze nog wel enige tijd in gebruik gebleven.
Enkele jaren geleden vroeg een hier niet met name te noemen organisatie op het gebied van de kerkmuziek enkele van deze Souterliedekens van een tekst in hedendaags Nederlands te voorzien. Ik heb dat inderdaad gedaan, maar helaas: in iedere organisatie zijn altijd wel mensen te vinden die meer tijd nodig hebben om uit te leggen waarom iets niet kan dan om het te doen ... De Souterliedekens gingen in een bureaula, maar onlangs zijn ze weer opgedoken.
In het boek « Blomstre som en rosengård », dat U, zijn er 25 opgenomen: het zijn berijmingen van dezelfde psalmen als in de oorspronkelijke uitgaven van de Souterliedekens. Ze zijn voorzien van de driestemmige zettingen van Clemens non Papa, waaronder zich werkelijk muzikale juweeltjes bevinden. U vindt meer over dit boek op de pagina Boeken.
Wanneer u de vijfentwintig Souterliedekens wilt beluisteren, kunt u naar de subpagina gaan die u links van deze tekst vindt.
Over het vierde project kunt u informatie vinden op de pagina Lectionarium. Het handelt over leesroosters en wat daarmee verbonden is. Ook dit moet een boek worden, in drie delen. Het eerste bevat de achtergronden van het kerkelijk jaar in vele christelijke tradities in het Oosten en het Westen. In het tweede deel komen overzichten van de leesroosters voor de zon– en feestdagen zonder vaste datum en in het derde zijn teksten uit tweeduizend jaar geschiedenis bijeengebracht die gaan over het kerkelijke jaar, de kalender en de berekening van de paasdatum.
Er is tijdens het eerste semester van het academische jaar 2008/2009 nog een project bij gekomen. Dat gaat over Franse brevieren, die in de achttiende eeuw werden ontwikkeld voor het getijdengebed, voornamelijk dat van de geestelijken, hoewel ook de 'gewone gelovigen' er wel bij werden betrokken. Een beschrijving van dit project en een eerste, nog voorlopige versie van het project vindt u op een subpagina, die te bereiken is door middel van de balk aan de linkerzijde van deze pagina.
In 2000 werd mijn vertaling van de Psalmen, die oorspronkelijk bedoeld was om op de traditionele Gregoriaanse melodieën te worden gezongen en zo ook in het Oud-Katholiek Kerkboek van 1993 te vinden is, ook voor een ander doel gebruikt. Bij de uitgeverij Merweboek, die daarvoor samenwerkte met de Stichting Centrum voor de Kerkzang en de vereniging Cor Unum et Anima Una, verscheen een uitgave waarin alle psalmen voorzien waren van vierstemmige zettingen uit de traditie van de Anglican Chant. Van alle daarvoor gekozen reciteerformules is op deze website nu ook een muziekfragment te horen.
Hoe de teksten volgens deze formules worden gezongen, wordt verklaard op de subpagina Anglican Chant, die ook de toegang geeft tot de verzameling chants.