| | | | | | | | |
Psalm 12
1 Voor de koorleider. Voor de basstem. Een psalm van David.
2 Heer, breng redding, de vromen verdwijnen, de getrouwen worden schaars bij de kinderen der mensen.
3 Leugentaal spreken ze, de één met de ander, sluw van lippen en gespleten van binnen.
4 De Heer verdelge al die listige lippen en iedere tong vol grootspraak,
5 die lieden die zeggen: “Met ons woord zijn wij machtig; onze tong is ons wapen, — wie zal ons de baas zijn?”
6 “Om de nood van de nederigen, het gekerm van de armen verhef Ik Mij thans”, zo zegt de Heer: “Ik maak vrij wie smacht naar bevrijding!”
7 Wat de Heer zegt zijn zuivere woorden, zuiver als zilver, zó uit de smeltkroes, zevenvoudig gezuiverd van aarde.
8 Gij, Heer, zult uw woorden gestand doen, tegen dit soort volk ons blijvend beschermen,
9 al wordt het overal vol met schurken, al stijgt de laagheid ten troon onder de zonen van Adam.
terug naar de index van de Souterliedekens
|
|
| | | | Koenraad Ouwens
|
info@koenraadouwens.com | | | | |
|
| |