| | | | | | | | |
Psalm 122
1 Een bedevaartslied. Van David.
Hoe verblijd was ik toen mij gezegd werd: Laat ons opgaan naar het huis des Heren!
2 En daar staan nu onze voeten in uw poorten, Jeruzalem.
3 Jeruzalem, die als een stad gebouwd zijt en gebracht tot hechte eenheid,
4 naar u is het dat de stammen opgaan, de stammen van Hem, de Heer.
Dit is voor Israël voorschrift dat zij loven de Naam des Heren.
5 Daar zijn de zetels gesteld ten gerichte, de zetels van het huis van David.
6 Bidt voor Jeruzalems welzijn, om voorspoed voor wie u beminnen:
7 binnen uw veste zij vrede, rust in uw burchten.
8 Om mijn broeders, om hen die mij na zijn, laat mij zeggen: “U zij vrede!”
9 Om het huis van de Heer die onze God is wil ik voor u om ’t goede vragen.
terug naar de index van de Souterliedekens
|
|
| | | | Koenraad Ouwens
|
info@koenraadouwens.com | | | | |
|
| |